Iedereen kent het wel. Je rijdt in je auto en ziet een flitspaal. Plots ga je langzamer rijden om een boete te ontlopen.
Stel, je rijdt langs diezelfde flitspaal en ontvangt €1,00 als je je netjes aan de maximum snelheid houdt. Zou je je dan niet veel vaker aan de juiste snelheid houden?
De motivatie om het goed gedrag (juiste snelheid rijden) uit te voeren is vele malen groter als er een beloning tegenover staat dan het ontlopen van straf(boete).
Bij honden (en andere dieren) werkt dit net zo. We noemen dit beloningssysteem positieve bekrachtiging. Hierbij een korte uitleg over beloningssystemen en straf.
Bekrachtiging versus straf
In het voorbeeld waarbij je een euro ontvangt voor het aan de snelheid houden is sprake van positieve bekrachtiging. Er wordt iets toegevoegd bij het tonen van gedrag. Het woord positief heeft hier niets te maken met positieve emotie (blij, vriendelijk, optimistisch enz.). Bij honden kan een positieve bekrachtiging zijn: een voertje als hij netjes gaat zitten, naar buiten mogen als hij bij de deur wacht, een sjorspelletje als hij komt als hij geroepen wordt.
Als tegenhanger van positieve bekrachtiging is er negatieve bekrachtiging. Bij negatieve bekrachtiging wordt er iets vervelends of de dreiging ervan weggenomen. In het bovenstaande voorbeeld is het op de juiste snelheid rijden om straf te ontlopen dus negatieve bekrachtiging. Voor een hond kan negatieve bekrachtiging ook het ontlopen iets onaangenaams zijn. Hij loopt netjes naast je om een ruk aan de lijn te voorkomen, hij stopt met blaffen naar iemand als deze stopt met naderen, hij loopt weg als hij je met de borstel ziet aankomen.
Daarnaast bestaan er ook 2 soorten straf, nl. positieve en negatieve straf. Bij een positieve straf of correctie wordt er iets onaangenaams toegevoegd aan het gedrag. Voorbeelden zijn: een ruk aan de lijn als de hond trekt, een boze stem als hij van de straat eet of een knie in de borst als hij opspringt.
Bij negatieve straf wordt er iets weggenomen dat de hond plezierig vindt. Voorbeelden: de voerbeloning weer in je zak stoppen als je hond niet gaat zitten, de bal niet meer weggooien als deze niet geapporteerd wordt, stoppen met aandacht geven als de hond blaft.
In dit artikel ga ik nader in op positieve bekrachtiging. Wie meer wil lezen over leerprincipes, belonen en correcties raad ik het boek: Honden sneller laten leren – Pamela Reid* aan:
Tijgers en dolfijnen
Bij dierentuin- en circusdieren wordt het principe van de positieve bekrachtiging al vele jaren toegepast. Het gaat echt niet werken als je een dolfijn met hulp van een slipketting dwingt om door een hoepel te springen. En een tijger zal echt niet op zijn achterpoten gaan zitten als je hem een tik op de neus geeft. Of misschien wel, maar dan kun je het waarschijnlijk niet meer navertellen!
Waarom wordt er bij honden toch nog vaak gebruik gemaakt van pijn, dwang of intimidatie om iets van ze gedaan te krijgen? Hierbij speelt natuurlijk het handzame formaat mee, daarnaast hebben de meeste honden van nature zo’n sterke band met mensen dat ze veel van ons accepteren.
Maar net als mensen en andere dieren leren honden beste als er een waardevolle bekrachtiging (beloning) tegenover staat. Soms hoor je tijdens hondentrainingen wel eens zeggen: “Belonen? Hij moet het maar zo doen!” Als mensen erop gewezen worden dat zij het zelf ook wel fijn vinden als ze salaris krijgen voor hun werk, ontstaat meestal meer begrip.
Natuurlijk kan een hond ook plezier halen uit het werken zelf. Denk maar aan honden die fanatiek zijn in sporten als behendigheid of flyball. Maar om plezier te blijven houden in de dingen die ze doen is het nodig ze af en toe te bekrachtigen.
Wat is een goede beloning?
Dit is natuurlijk voor elke hond verschillend. Het is handig om eens een lijstje maken met dingen die echt belangrijk voor je hond zijn. Dit zal in veel gevallen voer zijn, maar maak eens onderscheid tussen A en B beloningen. Een A beloning is iets dat je hond super lekker vindt, bijvoorbeeld een stukje kaas. Een B beloning is bijvoorbeeld een hondenkoekje, dat hij wel graag lust maar er geen “moord” voor doet. Nu bestaan er wel zeer kieskeurige honden, die bijna geen enkele voerbeloning de moeite waard vinden. Soms kan het dan helpen om de voerbeloning anders aan te bieden. Veel honden vinden de beloning veel leuker als ze er op de grond naar mogen zoeken. Ook voer in een voerdummy doet soms wonderen voor de motivatie.
Verder kan een beloning ook zijn: aandacht en enthousiasme van de eigenaar, naar buiten mogen, een speeltje achterna rennen of een sjorspelletje doen.
Ook is niet alles in elke context een goed een goede beloning. Bij een oefening waarbij de hond moet wachten of blijven is een wild spelletje als beloning minder geschikt om de focus te houden. Bij een vlotte kom hier is dat weer prima!
Een tip voor honden die snel dingen door hebben en ook snel verveeld zijn. Houd de training afwisselend. Herhaal niet tot in den treure een oefening. Bij goed resultaat, geef een super beloning en laat het daarbij. De hond moet eigenlijk zoiets hebben van: “wat jammer dat de training voorbij is”.
Hondenschool
Als je bij een hondenschool wilt gaan trainen bekijk dan of de methode past bij het karakter van de hond. Grote groepen, waar één voor één een oefening wordt gedaan is voor geen enkele hond-mens combinatie ideaal. Maar voor honden die snel verveeld zijn biedt dit absoluut geen meerwaarde. Veel hondenscholen geven aan positief te trainen, maar is het slim om eerst eens te gaan kijken wat daaronder verstaan wordt.
Positieve bekrachtiging is ook iets anders dan honden lokken met een voertje. Dat is prima om een oefening aan te leren, maar niet ideaal om dit lange tijd toe te passen. Veel honden leren op die manier alleen om iets voor je te doen als je een beloning in de hand hebt!
Er komt dus heel wat kijken bij een goede bekrachtiging.
De keerzijde
Zijn er ook nadelen aan positieve bekrachtiging? Ja, soms wordt door het bekrachtigen voorbij gegaan aan activiteiten die op zich al belonend zijn voor een hond. Een border collie die je met een brokje wil belonen voor het schapen drijven, een politiehond die beloond wordt met een speeltje voor het bijten in de arm? Sommige honden vinden zoeken en speuren zo leuk, dat het eigenlijk niet nodig is om ze nog eens extra te belonen als het vermiste voorwerp of de vermiste persoon gevonden hebben.
Om optimale prestaties of het juiste gedrag te kunnen blijven vragen zal de beloning afgebouwd moeten worden. Als je nl. telkens een bekrachtiger aan hetzelfde gedrag koppelt, verliest deze op een gegeven moment letterlijk zijn kracht. De prestatie neemt af omdat de beloning die volgt als vanzelfsprekend wordt gezien. De hond zal daarom minder zijn best doen. Om een goed resultaat te behouden zul je daarom over moeten gaan op minder frequente bekrachtiging of interval beloning. Dit houdt in dat je bijvoorbeeld niet telkens met een voertje beloont als je je hond een opdracht geeft om te zitten. Je doet dit bijvoorbeeld dan 3 van de 5 keer. Het is niet zeker of hij iets krijgt, daarom zal hij zijn best blijven doen.
In puppylessen zie je het soms voorkomen mensen helemaal niet meer belonen als de instructeur het in les 5 over het afbouwen van de beloning heeft. Dit kan voor frustratie bij de hond zorgen. Het gebeurt ook dat men van een brok in één keer over gaat naar een aai als beloning. Als de hond vervolgens wegduikt om de hand te ontwijken, kun je je afvragen of een aai in dit geval wel een beloning is.
Door minder frequent te gaan belonen kan er bij de hond frustratie of stress ontstaan. Hij heeft een bepaalde verwachting en hier wordt ineens niet meer aan voldaan.Dit geeft een ongemakkelijk gevoel. Er zijn honden die hier prima mee kunnen omgaan, soms zorgt frustratie ook voor ongewenst gedrag. Het is daarom belangrijk om dit in geleidelijke stappen te doen.
Tenslotte vind ik persoonlijk nog een “nadeel” van veel belonen.
De unieke band met je hond
Als je veel traint ga je soms voorbij aan het mooie contact dat er van nature tussen jou en je hond is. Ben je eens tijdens de wandeling bewust van de band tussen jullie en geniet van natuurlijke contact. Hoe vaak biedt je hond oogcontact aan terwijl je je er niet van bewust bent?
Kijk eens hoe je hond zich beweegt in diverse situaties. Reageert hij relaxt bij het passeren van andere honden (of mensen) of vindt hij het spannend? Geef hem de steun die hij nodig heeft. Laat hem eens de route bepalen, dat is goed voor zijn zelfvertrouwen.
Wat doet hij het liefst tijdens een wandeling? Rennen, snuffelen, spelen of misschien wel jagen. Probeer of je hierin mee kunt gaan en geef eventueel een alternatief. Veel honden zijn blij verrast als een stukje met ze rent, “mee snuffelt” naar geurtjes of een bal gooit als alternatief voor het najagen van wild.
Kortom: positieve bekrachtiging is mooi, maar de band met je hond is uniek en gaat veel dieper.
*Auteur: P.J. Reid, Uitgever: Bloemendal Uitgevers